ingrediënten
50 gram boekweitmeel + extra om te bestuiven op dag 2
25 gram tijgernotenmeel
50 gram rijstmeel
1 el gemalen lijnzaad
1 tl zout
1 el kokosbloesemsuiker
8 gram verse gist of 3 gram gedroogde gist
90 ml havermelk of andere plantaardige melk
75 gram (plantaardige) boter (zo onbewerkt en puur mogelijk)
bereiding
Dag 1
Zeef boekweitmeel, tijgernotenmeel en rijstmeel in een mengkom. Leg lijnzaad, zout en
kokosbloesemsuiker aan één kant van de kom en verkruimel de gist aan de andere kant van
de kom. Zorg ervoor dat zout en gist niet direct in contact komen met elkaar. Verwarm de
havermelk tot lauwwarm. Zorg ervoor dat het niet kokend heet is, dan kun je het beter eerst
weer een beetje laten afkoelen. Leg een handmixer klaar met deeghaken erop óf gebruik een
keukenmachine met een deeghaak als je die hebt. Giet de melk beetje voor beetje bij de rest
van de ingrediënten terwijl je al mengt met de deeghaken.
Wanneer je alle melk in de kom hebt zitten en het deeg zich echt tot een bal gevormd heeft,
kneed dan nog 5 minuten door met de deeghaken zodat de gist goed geactiveerd wordt. Als
het goed is heb je nu een bal die je vast kunt pakken met je handen en zou kunnen kneden
als een deeg. Doe deze in een plastic zak waar hij genoeg ademruimte heeft en leg 24 uur in
de koeling. Tenslotte kun je vandaag ook de boter al voorsnijden. Pak een bakpapiertje en
verdeel de boter op zo’n manier dat je een blok hebt van circa 10×8 cm (iets kleiner mag
ook). Leg een ander bakpapiertje hierop en leg dit als blok in de koeling om weer harder te
worden.
Dag 2
Bestuif je aanrecht met flink wat boekweitmeel en leg alvast een kwastje en een deegroller
klaar. Haal de deegbal uit de koelkast en leg op je bestoven aanrecht. Verdeel ook
boekweitmeel aan de bovenkant van de deegbal zodat deze niet vast gaat plakken én verdeel
wat boekweitmeel over je deegroller. Rol de bal uit tot een lap van circa 24 cm breed en 20
cm lang.
Haal met een kwastje het boekweitmeel van het deeg en leg de boterblok in het midden.
Vouw het deeg om de boter heen, draai hem een kwartslag en rol nog een keer uit tot zo’n
30 cm verticaal. Gebruik zo veel boekweitmeel als nodig is, je wilt niet dat het deeg vast
komt te zitten aan je aanrecht! Haal echter al het overtollige boekweitmeel weg met een
kwastje voordat je opnieuw het deeg in drieën vouwt – 1/3e van het onderste stuk naar het
midden toe en 1/3e van het bovenste stuk naar het midden toe, net zoals je net de boter in
het deeg gevouwen hebt.
Draai nog een keer een kwartslag, rol weer tot 30 cm verticaal, haal weer overtollig
boekweitmeel weg en vouw opnieuw. In totaal heb je nu dus 3 keer gerold en gevouwen. Pak
in in een plastic zak en leg in de koeling.
Haal 1 uur later het deeg uit de koeling en draai opnieuw een kwartslag. Rol nog één laatste
maal tot 30 cm verticaal, haal overtollig meel weg en vouw opnieuw. Doe opnieuw in de zak
en laat nu minimaal 24 uur rusten in de koeling.
Dag 3
Rol het bladerdeeg uit en gebruik zoals in het recept van de Wellington beschreven staat.