Een zonnetje in je mond deze taartjes. Heerlijk fris, fruitig en licht zurig met de citroen erin. Jaren geleden maakte ik deze mini taartjes al maar toen nog met tarwebloem, eieren, boter en kristalsuiker. Ondertussen is dat flink aangepast en is het een gezondere versie geworden, maar aan de smaak is niks afgedaan (sterker nog, ik vind hem zelf alleen maar lekkerder zo). Het blijft een van mijn favoriete zomergebakjes en het recept is afkomstig uit mijn boek ‘Groenten van Roos – weekendeditie’. Geniet ervan!
6 tot 8 kleine taartjes, diameter 8 à 10 centimeter per taartje
Bereiding: 30 minuten
Wachttijd: 40 minuten
Ingrediënten
– 150 gram amandelen
– 135 gram boekweitmeel + om vormpjes mee te bestuiven
– 3 el agavesiroop
– kaneel
– 150 gram dadels
– 3 el kokosolie + om in te vetten
– sap van 3 à 4 citroenen (ongeveer 120 ml)
– rasp van 1 citroen
– 120 ml agavesiroop
– 4 el maïsmeel (dit vind je op de buitenlandse afdeling bij de plus, jumbo, ah etc. en wordt vaak gebruikt om polenta van te maken)
– 150 ml kokosmelk
– snuf kurkuma
– snufje zout
– vers fruit naar keuze (bramen, aardbeien, blauwe bessen, etc.)
Bereiding
Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Maak het deeg door de amandelen te malen in de keukenmachine. Voeg de boekweitmeel, agavesiroop, dadels, kokosolie en een snuf kaneel toe en maal tot een fijn deeg. Vet de mini bakvormpjes in, bestuif met wat boekweitmeel en bekleed de bodem en de zijkanten met het deeg. Bak 15 à 20 minuten in de oven tot goudbruin en krokant.
Maak ondertussen de lemon curd door citroensap, citroenrasp, agavesiroop, maïsmeel, kokosmelk, kurkuma en zout in een steelpan te mengen en langzaam te verhitten. Blijf roeren met een garde tot het een dikke saus wordt. Wordt het na 10 minuten nog niet dik voeg dan wat extra maïsmeel toe. Laat afkoelen.
Haal de bodems uit de vormpjes als ze afgekoeld zijn. Vul met de lemon curd en zet in de koelkast om op te stijven. Versier met fruit naar keuze. Eet smakelijk!